Een indiaan...een belediging?
Doelman Jules Mayné met de mascotte van de voetbalploeg in 1923. Een indiaan? (Archief KAAG)
Er ontstond de laatste tijd heel wat ophef rond het indianenlogo van KAA Gent en de roepnaam 'Buffalo's'. Juriste Suzan Shown Harjo, Amerika's bekendste voorvechtster van de rechten van native Americans, stelt dat KAA Gent daarmee indianen diep in hun hart kwetst.
Maar waar komt die roepnaam vandaan? Om dit te verduidelijken, vindt u hier de opzoekingen die we deden naar aanleiding van 150 jaar Gantoise. De naam ontstond duidelijk na enkele passages van Buffalo Bill in het begin van de twintigste eeuw in Gent. Buffalo Bill was geen indiaan, integendeel, hij beschermde spoorwegarbeiders bij de aanleg van de Kansas Pacific Railway tegen aanvallen van indianen. Het indianenlogo verschijnt voor het eerst in de bronnen in 1924. Toen huldigde supportersclub Heuvelpoort zijn vaandel in met daarop een indiaan met witte en blauwe pluimen.
1. Eerste treffen met Buffalo Bill
2. Buffalo!
3. Buffalo! ARAG. Râââ
1. Eerste treffen met Buffalo Bill
Kolonel William Cody, alias Buffalo Bill, gaf in maart 1895 wildwes shows in de Cirk Lenca op het Sint-Pietersplein. Buffalo Bill verwierf bekendheid door het verdedigen van postkoetsen tegen overvallen. Toen de Amerikaanse Burgeroorlog uitbrak, werd hij officier. Daarna weerde hij met zijn ruiters aanvallen van indianen af, bij de aanleg van de Kansas Pacific Railway. Hij zorgde voor mondvoorraad voor zijn manschappen door op buffels te jagen. Omdat hij daar zo goed in was, kreeg hij de bijnaam Buffalo Bill.
Op 28 maart 1895 kondigde De Gazette van Gent aan dat Buffalo Bill in de velodroom een krachtmeeting organiseerde tegen de afstandsrijder Gustave Stragier. Buffalo Bill had zich tijdens zijn tournee al herhaaldelijk gemeten met wielrenners.
Stragier werd bekend nadat hij tijdens de Gentse Feesten van 1893 de langeafstandskoers Gent-Oudenaarde-Gent gewonnen had. De West-Vlaming had in Gent werk gevonden als arbeider bij de fietsenhandel Stevens op de Sint-Michielshelling. De inzet van de wedkamp was 2000 frank. Degene die de grootste afstand aflegde, werd winnaar. Cody mocht over tien paarden beschikken en Stragier kon zoveel als hij wilde veranderen van fiets. Het duel Cody-Stragier werd op zaterdag 30 en zondag 31 maart gereden. Ondanks het slechte weer kwam er ’s zaterdags veel volk naar de Velodroom. Stragier, geen lid van La Gantoise, droeg een tricot met witte en blauwe strepen en gebruikte het paard als gangmaker. Cody veranderde na een drietal toeren telkens van paard. Stragier hield goed stand en won na twee uur rijden ten slotte met ongeveer 50 meter. Op zondag was er minder volk dan verwacht. Er moest nog één uur gereden worden. Nadat Cody de eerste drie toeren gewonnen had, stopte Stragier plots. Hij was immers door zijn werkgever, de heer Stevens, gewaarschuwd dat de bestuursleden van de Belgische Wielerbond hem dreigden te diskwalificeren. Stragier werd één maand geschorst. De straf was licht omdat er pas in het wielerseizoen 1894 een opsplitsing was gebeurd tussen vrije rijders of beroepsrenners en amateurs of liefhebbers. Deze laatsten mochten niet langer voor geld rijden. Op die manier probeerde de sportaristocratie zich te distantiëren van het ‘gewone volk’ dat stilaan de professionele sport begon te domineren. Stragier beweerde dat hij niet op de hoogte van het feit dat weddenschappen in strijd waren met het amateurisme, en dat hij gestopt was van zodra hij er kennis van kreeg. Hij won in 1895 nog het Kampioenschap van Vlaanderen.
Buffalo Bill (Privécollectie Martin De Backer)
Affiche voor de race van Buffalo Bill tegen wielrenner Gustave Stragier (Universiteitsbibliotheek Gent)
Bronnen:
Gazette van Gent, 28 maart-1 april 1895.
Tijdschrift voor geschiedenis van techniek en industriële cultuur, deel 10, zomer 1985 (III,2), p.19-51.
Roland Renson (red.), Olympisch bewogen… Honderd jaar Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité 1906-2006, Roeselare, Roularta Books, 2006, p.20.
Gendtsche Tijdinghen, 2008/3/183
Er zijn er die beweren dat de aanmoedigingskreet ‘Buffalo’ dateert van september 1906. Toen kwam Buffalo Bill nogmaals naar Gent met zijn wereldberoemde ruitercircus dat deel uitmaakte van de Barnum & Bailey Company. Het bonte gezelschap, ongeveer 720 man en 398 paarden, arriveerde ’s nachts in het station aan het Arsenaal en sloeg zijn tenten op aan het exercitieplein. Hoewel een ticket − 1,50 frank tot 7 frank − een fors bedrag was in 1906, lokte elk van de 4 voorstellingen meer dan 9000 toeschouwers. Een van de hoogtepunten was het optreden van Buffalo Bill die op een paard in volle galop zijn schietkunst demonstreerde. Tegen 1906 had hij aan zijn show een nieuwe attractie toegevoegd: ‘Soccer on Horseback’ (voetbal te paard) waarbij hij teams uit verschillende landen tegen elkaar liet spelen. De ruiters dreven hun paarden naar een bal die bijna zo groot was als het paard zelf. In de show rende ook een kudde wilde buffels met een hels lawaai door de arena. Als men zocht naar een intimiderende naam voor een voetbalploeg dan moest men niet verder zoeken! In de annalen van KAA Gent wordt verteld dat de vrijzinnige studentenvereniging ’t Zal wel gaan (°1852) de aanmoedigingskreet bij de shownummers ‘Buffalo! Buffalo!’ zou overgenomen hebben ter gelegenheid van hun jubileumfeest. En omdat studenten een grote rol speelden in de pioniersjaren van het voetbal, zou de kreet van dan af ook gebruikt zijn bij het aanmoedigen van de voetbalploeg. In die jaren is er echter in de archieven van de studentenvereniging niks terug te vinden. De kreet vinden we wel al in 1897, een paar jaar na de eerste passage van Buffalo Bill in Gent, in een verslag van ’t Zal Wel Gaan over het bezoek van prins Albert aan de Vlaamse Academie in Gent. Na de redevoering van de prins riepen de leden: ‘Leve de prins Albert! Buffalo Bill, Far-West-Bar!’ waarna ze naar de Taverne Royale trokken om hun dorst te lessen.
De voorstellingen van Buffalo Bill in 1906 waren de laatste in ons land, ze maakten deel uit van zijn afscheidstournee in Europa.
(Universiteitsbibliotheek Gent)
(Privécollectie Katrien Lingier & Peter van Veirdegem)
Kaartje met tentenkamp (Privécollectie Luc Van Hecke)
Bronnen
’t Zal Wel Gaan, Gentsche Studentenalmanak, zeven en dertigste jaargang, 1897-1898, p. 124-138 (Universiteitsarchief Gent, 9T_034). Met dank aan Erica ten Hove.
’t Zal Wel Gaan, Gentsche Studentenalmanak, vier en veertigste jaargang, 1906, p. XXXVIII (Universiteitsarchief Gent, 9T_034)
’t Zal Wel Gaan, Gentsche Studentenalmanak, vijf en veertigste jaargang, 1907-1908, p. XLVI (Universiteitsarchief Gent, 9T_034)
Gendtsche Tijdinghen, 2008/3/183
(alle almanakken werden tot 1921 nagekeken)
http://www.buffalozone.be/informatie/roepnaam.php (geraadpleegd op 19 april 2013)
Gendtsche Tijdinghen, 2008/3/183
De laatste versie over de herkomst van de Buffalokreet circuleerde in de atletiekafdeling. Volgens sprinter Henri Cocquyt dateerde de yell van 1920. Toen zat hij op de tribune van de Olympische Spelen van Antwerpen. Hij vertelde in 1976 aan een journalist van De Gentenaar Frank Roos, kampioen van België 100 meter en atleet van AA Gent: ‘De uitstekende hordenloper van Gantoise, Omer Smet (…) en ik waren tijdens de Spelen van Antwerpen verbaasd over de Amerikaanse atleten en supporters die net zoals nu specialisten zijn in het scanderen van ritmische strijdkreten. Omer voelde dat wij hierop passend moesten reageren en verzon voor de Belgische atleten de Buffalo-roep. Daarna hebben Omer en ik als herinnering dezelfde kreet gepropageerd bij Gantoise, de voetbalfans hebben het later van de atletiekafdeling overgenomen.’ Henri Cocquyt beweerde ook dat hij de eerste Buffalo-indianenkop ontwierp en liet borduren door zijn nichtje. In elk geval gebruikte men vanaf 1921 in het nieuwe tijdschrift van de club, Le Kick Off , de bijnaam Buffalo en ook de kreet ‘Buffalo! ARAG. Râââ’. Er verschenen wel nog geen afbeeldingen van een indiaan of foto’s waarop een indiaan als mascotte dienst doet, althans, die vonden we niet terug.
Propagandacross van 10 kilometer op Racing Club Gantois voor de atletiekkampioenschappen van Vlaanderen in 1919 met als mascotte een beertje (Archief KAAG).
De 4x200 aflossingsploeg: Buyck, Van den Bossche, Smet en Cocuyt, 21 juli 1922 met als mascotte een beertje (Archief KAAG).
Doelman Jules Mayné met de mascotte van de voetbalploeg in 1923. Een indiaan? (Archief KAAG)
Op 15 mei 1921 verscheen Le Kick-Off, een prachtig nieuw clubblad waarin alle afdelingen uitgebreid aan bod kwamen. Na 1933 verdween het om onduidelijke redenen. Af en toe verschenen er ook artikels in het Nederlands, vooral over voetbal. Vanaf 1932 kregen de leden het blad gratis.
Bronnen:
Frank De Cloet, ARAG – KAAG Atletiek 1864-2000, Gent, Ganda Publi Productions, 2000, p.26.
http://www.buffalozone.be/informatie/roepnaam.php (geraadpleegd op 7 maart 2014)